Wat lijden we toch een verliezen, nu die kanker meer dan ooit te voren - vindt u ook niet? - om zich heen raast. ‘The Old Reaper has a new name.’
Zo hoorde ik weer van een vriendin haar zus die weer een handvol collega’s heeft die het doodshoofd in de ogen kijken. En ga zo maar door... Mijn buurvrouw werd afgelopen week gevraagd om zich als pgb-er beschikbaar te stellen voor een situatie als die we 'hiernaast' meemaakten.
Nieuwe vader
Mijn ‘nieuwe vader’, mijn stoere, lieve buurman en vriend van 'hiernaast' is inmiddels overleden (Lees de blog ‘Nieuwe vaders’).
Zijn vrouw en meisjes hebben zijn urn vorige week opgehaald. Een raar moment. Hoe moet je daar mee omgaan? ‘Weet jij hoe het deksel er af moet?’, vroegen ze. ‘Hij weegt wel vijf kilo! We zijn toch wel benieuwd naar wat er in zit...’, zeiden zijn prachtige dochtertjes (9 en 13 jaar oud) en zijn vrouw. Zo werd ‘Het-deksel-van-de-verfbus-
Writer's block
Ikzelf had een tijd een writer's block. Als ik schreef, dan schreef ik liever over de liefde die ik ontluikend ben gaan voelen voor een speciaal persoon, dan over de dood.
En kwam de dood weer om de hoek, zoals ‘ie dat natuurlijk aldoor doet in mijn werk, dan begroette ik ‘m eerst met een diepe zucht. Niet nog iemand... ‘O? Jeetje, ach; kanker... Morgenmiddag 13.00 uur? Schikt het als ik dan langs kom?’
Ik wilde zelfs even niet meer langsgaan. Ik had er geen zin in. En bij die gedachte kwam er weer een telefoontje binnen van iemand waarmee ik enkele voorgesprekken had gehad. ‘De chemo heeft dus echt niks meer gedaan? Ik kom volgende week wel langs. Praten we dan in alle rust verder...’ Niet zij ook nog! Zo’n lief en wijs mens. Ken ik haar net, gaat ze alweer weg.
Eelt op mijn ziel
Iemand zei eens dat ik eelt op mijn ziel moest kweken voor dit werk. Dat beaamde ik eerst. De afgelopen weken zette ik daarachter een vraagteken en inmiddels heb ik besloten dat niet te willen.
Ik heb mijn relaties gelegd qua werk. Voor die relaties ben ik beschikbaar. Mensen kunnen en mogen ook altijd bellen, maar of ik hen bij kan staan dat zal ik ook laten afhangen van een andere agenda die ik wil openen. De agenda die Leven heet. Ik wil echt eerst meer Leven.
Meer Leven
Ik heb mijn eigen ouders ook al aan de dood afgestaan. En wellicht geldt en gold dit werk ook als verwerking van dat verdriet. Het voelt nu alleen alsof het voor mij tijd is om mijn eigen verdriet eens meer in de ogen te kijken. En om daarnaast, voor het contrast, eens wat meer te Leven. Misschien ga ik weer lesgeven - ik ben namelijk geschiedenisleraar - of ik ga weer reizen, of..?
Mijn ‘roeping’ voor het vinden van woorden voor wat nodig is, is er heus ook nog. Het schrijven van columns blijft ik ook doen- dan is ‘het kwaad’ vaak al geschied. Mijn ‘schrijfroeping’ sterft niet mits ik dat zelf doe, maar dat ben ik nog heel lang niet van plan. Ik ben nog maar 33 jaar. Mede daarom wil ik nu meer naar het Leven kijken, ik ben tenslotte de Levensschrijver.
Reacties (3)